Een toezichthouder of opsporingsambtenaar klopt aan bij jouw organisatie en vordert persoonsgegevens van bijvoorbeeld een klant, leerling, inwoner of medewerker. Mag je dan delen?
Wie is wie?
Voordat we die vraag beantwoorden, zetten we eerst op een rijtje wanneer iemand een toezichthouder, algemene opsporingsambtenaar of buitengewoon opsporingsambtenaar is.
Toezichthouders
Toezichthouders controleren of organisaties en personen zich houden aan wetten en regels. De bevoegdheden van een toezichthouder staan in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Een toezichthouder mag bijvoorbeeld inzage in een identiteitsbewijs, inlichtingen, zakelijke gegevens en bescheiden vorderen, plaatsen betreden, onderzoeken doen en monsters nemen.
Welke organisaties toezichthouders mogen of moeten aanwijzen en waarvoor precies, staat in specifieke wetgeving zoals de Omgevingswet, Arbeidsomstandighedenwet, Wet maatschappelijke ondersteuning, Participatiewet of Alcoholwet. In deze specifieke wetgeving kunnen de bevoegdheden van toezichthouders worden uitgebreid of beperkt. Hierin staat ook welke sancties de organisatie (dus niet de toezichthouder zelf!) kan opleggen aan de overtreder, zoals de bestuurlijke boete.
Algemene opsporingsambtenaren
Algemene opsporingsambtenaren zijn officieren van justitie, ambtenaren van politie, aangewezen militairen van de Koninklijke Marechaussee en opsporingsambtenaren van de bijzondere opsporingsdiensten.
In Nederland zijn er vier bijzondere opsporingsdiensten:
Algemeen opsporingsambtenaren hebben brede bevoegdheden om strafbare feiten op te sporen, waaronder verdachten aanhouden, iemands identiteit controleren, gegevens vorderen, processen verbaal opmaken en boetes uitschrijven. Opsporingsbevoegdheden mogen alleen worden ingezet als er een redelijk vermoeden is van een strafbaar feit.
Buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s)
Boa’s zijn ambtenaren met bevoegdheden om strafbare feiten op te sporen binnen een bepaald werkterrein (domein). Er zijn vijf domeinen:
Binnen de domeinen hebben boa’s dezelfde bevoegdheden als algemeen opsporingsambtenaren. Een boa mag zijn bevoegdheden alleen gebruiken voor opsporingswerkzaamheden binnen het eigen domein.
Is er een grondslag?
Organisaties mogen alleen persoonsgegevens verwerken als daar een grondslag voor is. Onder verwerken valt ook het delen van persoonsgegevens. De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) kent zes grondslagen:
Als een toezichthouder of opsporingsambtenaar bij jouw organisatie aanklopt en gegevens vordert, dan is de grondslag ‘wettelijke verplichting’. Je bent namelijk wettelijk verplicht om medewerking te verlenen:
‘Een ieder is verplicht aan een toezichthouder binnen de door hem gestelde redelijke termijn alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.’
‘In geval van verdenking van een misdrijf kan de opsporingsambtenaar in het belang van het onderzoek van degene die daarvoor redelijkerwijs in aanmerking komt en die anders dan ten behoeve van persoonlijk gebruik gegevens verwerkt, vorderen bepaalde opgeslagen of vastgelegde identificerende gegevens van een persoon te verstrekken.’
‘Een ieder is verplicht aan de opsporingsambtenaren binnen de door hen gestelde redelijke termijn alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kunnen vorderen bij de uitoefening van de hen krachtens deze titel toekomende bevoegdheden.’
De opsporingsambtenaar moet bij een vordering wel uitdrukkelijk en gericht om de gegevens vragen en kunnen uitleggen op grond van welke wettelijke regeling de gegevens gevorderd worden. Er kan sprake zijn van een geheimhoudingsplicht, bijvoorbeeld het (medisch) beroepsgeheim. Dan hoef je niet mee te werken aan een vordering. Als je verdachte bent, heb je zwijgrecht. Je hoeft namelijk niet mee te werken aan je eigen veroordeling.
Als een opsporingsambtenaar om gegevens vraagt in plaats van officieel vordert, is er geen wettelijke verplichting. Het is dan de vraag of jouw organisatie een grondslag heeft om de gevraagde gegevens te delen.
Jouw organisatie ontvangt een vordering en dan?
Als jouw organisatie een vordering van een toezichthouder of opsporingsambtenaar ontvangt, is het belangrijk dat je de volgende stappen neemt:
1. Legitimatie
Toezichthouders en opsporingsambtenaren moeten een officieel legitimatiebewijs bij zich dragen en op verzoek tonen. Hierop staan gegevens zoals naam, handtekening, werkgever, functie en toezichts- of opsporingsbevoegdheden.
2. Een officiële schriftelijke vordering
Het is belangrijk dat je niet meer gegevens deelt dan noodzakelijk is en dat herleidbaar is waarom en welke gegevens je hebt gedeeld. Als er achteraf bijvoorbeeld een inzageverzoek of klacht van een persoon komt, dan kunnen jij of je collega’s altijd goed uitleggen welke gegevens je waarom hebt gedeeld.
3. Afspraken over de informatieverplichting
Organisaties die persoonsgegevens verwerken (waaronder delen) hebben een informatieplicht. Dat houdt ook in dat ze personen van wie de gegevens zijn, moeten informeren dat en welke persoonsgegevens met wie zijn gedeeld en waarom. Tenzij het gaat om voorkomen, opsporen, vervolgen van strafbare feiten. Dan hoef je de persoon niet te informeren.
4. Leg goed vast
Personen hebben een aantal rechten als het gaat om hun persoonsgegevens. Denk aan het recht op informatie, inzage, aanpassing en verwijdering. Ook zijn aantoonbaarheid en herleidbaarheid belangrijke uitgangspunten in de privacywetgeving.
Hulp nodig?
Zijn er vragen of heeft jouw organisatie advies of ondersteuning nodig bij informatiebeveiliging en privacy? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag.